Friday, August 22, 2008

Het is grijs en het zegt piep

Een paar dagen geleden koerste een unidentified running object  vanonder de koelkast over de keukenvloer richting koelkast. Ik had mijn rug net gedraaid, het ding dacht vermoedelijk dat de kust veilig was. Ik dacht Lies, face it, dit is New York, het paradijs van het ongedierte.

Sindsdien heb ik uitgebreid de kans gekregen om nader kennis te maken met Jerry, de huismuis (jep). Eergisteren verstoorde ik Jerry's knabbelfestijn door onverwacht mijn kamer binnen te stappen. In een flits zat de muis onder de kast, en in eenzelfde flits was ik mijn kamer terug uit. Ik vond dit niet leuk, slikte even en betrad wat ik uiteindelijk nog steeds als mijn territorium beschouw, zocht tevergeefs naar mijn nieuwe kamergenoot en sliep die nacht onrustig. Tot daar.

Maar gisteren kwam Jerry net iets té close. Nietsvermoedend had ik het blenderdeksel van een leeg (haha, leeg) tomatenblik gehaald, even raar opgekeken van de sinaasappelpulp (haha, sinaasappelpulp) die schijnbaar nog aan de binnenkant kleefde, alsnog het deksel op de blender geplaatst om een heerlijke smoothie te mixen (haha, heerlijk). Toen ik het deksel wilde spoelen bleken de plekjes op het deksel geen pulp te zijn, maar smerige vetvlekjes. En toen ik in het tomatenblik keek bleek dat niet leeg te zijn, maar de gevangenis van Jerry, die spartelend over de rand probeerde te klimmen. Of de smoothie heerlijk was heb ik nooit geweten, in een wip was de lust in de smoothie geblust.

Mijn huisgenoot heeft het beestje vanochtend vakkundig begraven en vallen geplaatst om andere kandidaat-Jerry's en Jerryna's het leven zuur te maken. Want ik maak me geen illusies, een muis komt nooit alleen. En het kan nog altijd erger: er zijn ook nog  Jerry's tantes en nonkels. Zo is het op vuilnisbakkendag keer op keer rattenfeest voor de deur van onze buren drie gebouwen verderop. Vraag me niet hoe ze in dat appartement sorteren, feit is dat ze de lekkerste vuilzakken van de hele straat bijeensprokkelen. Ik steek de straat pas over wanneer ik loodrecht op mijn eigen gebouw kan afstappen.


Twee jaar geleden schreef ik een stukje over de macht en pracht van New Yorkse honden. Ik blijf erbij, blaffers zijn de troetelkinderen van de New Yorker. Maar de echte koningen van de dierenwereld zijn kort van poot, lang van staart en donkergrijs van vacht. Meet the mouse, greet the rat.

No comments: