Wednesday, December 20, 2006

Start spreading the news...

Met de laptop op het vliegtuig, tussen twee onmogelijke Columbianen die luidruchtig hun rechtstreekse omgeving wakker houden, probeer ik de indrukken van 3 maanden New York in een notendop te vatten. Het waren drie volmaakte maanden want elke dag was even intens en vernieuwend. Drie onvolmaakte maanden ook, want veel-te-kort. Drie maanden zo compact als de stedenbouw in Manhattan.

Son problème, c’est qu’il n'y a que 24 heures en une journée. Ik had graag nog meer snapshots geschreven maar zoals het klokje tikt in NYC, zo snel tikt het nergens. Hierdoor heeft de anonieme lezer een aantal indrukken gemist die hier nochtans een plaatsje hadden verdiend.

Zoals een stukje "Droits de l’homme dans tous leurs états (et dans quelques Etats en particulier)" waarin ik wou uitwijden over resoluties over mensenrechten in Wit-Rusland en andere Noord-Korea's. Over de politieke gevoeligheid van zo'n initiatieven en het brede gamma diplomatieke verweermiddelen dat elk betrokken land uit de mouw schudt om de eer te redden.

Of een tekstje over informal consultations na het werk, waar tegenstrevers uit de vergaderzaal vrede sluiten op persoonlijk vlak. Hoe Westerse delegaties het glas kunnen heffen op de Cubaanse missie onder het oog van Fidel Castro die vanop een immense poster de gasten ironisch toeknikt. Of opgevangen reacties op de vermeende splitsing van ons België in de VN-cantine, waar de Darfur-specialist van de VN wordt ingelicht door een journalist van El Pais over de recentste Histoire Belge.

Of over hoe New York erin slaagt een eigen identiteit, een trost en een ongelofelijke cooliteit te ontwikkelen ondanks (of dankzij) de grote diversiteit van haar miljoenen inwoners. Het gedeeld enthousiasme van ambitieuze lui die NYC als transitieplek par excellence beschouwen, de I ♥ NY zakken van de supermarkt, de lokale weekbladen die onvermoeibaar verslag uitbrengen van de zotheid van de Grote Appel : het geeft soms zelfs een dorpsgevoel.













En nog foto's & uitleg over schoenen in de bomen als signaal voor de verkoop van illegale middelen, lilakleurige bloemkolen op een "organisch" marktje, een stokoude indiër in prachtig wit gewaad die tussen de wolkenkrabbers, op een klein BMX'je, nog wel in tegenrichting de avenue oprijdt.

Who wouldn't want to be a part of it?



Wednesday, December 13, 2006

The best side of the best falls

December 2004, trektocht door Zuidelijk Afrika. Onze snikhete bus steekt de grens tussen Botswana en Zimbabwe over, paspoortcontrole. Visum aan 40 dollar voor de Europeanen, 50 dollar voor de Britten : Zimbabwe neemt wraak omdat het zopas uit de Common Wealth is getrapt. De douane-officier doen er nog een schepje bovenop door de Britten een "fooi" van 10 dollar extra te vragen. We staan erbij en we kijken ernaar.

Een hele commotie voor slechts één attractie: de Victoria Falls, die wat verderop liggen op de grens van Zimbabwe en Zambia. Tijdens het hoogseizoen laat dit natuurwonder 500 miljoen liter water per minuut los voor een vrije val van 100 meter, over een kloof van een anderhalve kilometer lang. Het regent er hevig - van beneden naar boven. Buiten het natuurpark proberen Zimbabweanen toeristen af te zetten door hun kelderende munt te wisselen voor de "sterke" US dollar, maar je neemt deze couleur locale er gerust bij want de watervallen zijn ronduit adembenemend. En zowel toeristen als inwoners zijn het over één ding eens: Ma fren', Zimbabwe side much bettah dan Zambia side!

December 2006, bezoek aan een Canadese vriendin. We nemen de Chinatownbus naar de grens van Canada en de VS, omsingeld door Aziaten, Spaanstaligen en enkele Canadezen. Bestemming Niagara Falls: slechts half zo groot als de Afrikaanse tegenhanger, maar (bijna) even spectaculair omdat het water er naar beneden klettert in de vorm van een hoefijzer (Horse Shoe Fals). Bovendien is de balustrade gebouwd tot op anderhalve meter van de hevige stroom, wat een duizelingwekkend effect heeft. Het is ijskoud, maar we blijven twee uur lang gapen naar het natuurlijk spektakel.

Maar de meeste busreizigers komen voor een andere attractie: de kitsche, bombastische casino's die vlakbij de watervallen gebouwd zijn. De rit kost 30 Canadese dollar maar een bon voor 25 dollar casinojetons is in de prijs inbegrepen. Op 5 minuten is onze eigen voucher ingeruild voor écht geld, maar sommigen jagen hun waardebon er in één adem door en gunnen de watervallen zelfs geen blik waardig. Terwijl je buiten gratis van een machtsvertoning van de natuur kan genieten, sluiten de gokkers zich op in de hoop een waterval van metalen stukjes te horen rinkelen. Maar natuurfanaten en casinoverslaafden zijn het over één ding eens : the Canadian side is so much better than the American side.

Wednesday, December 06, 2006

Me(tro)lodie

De metro tot boven de groene lange Central Park-rechthoek midden op de kaart van Manhattan. Exit Harlem. Tien jaar geleden zou ik die metro misschien niet genomen hebben, uit voorzorg. Nu maakt deze gekleurde buurt een enorme heropleving mee.

Specialiteit van het huis: de Jazz-scene, die ooit Miles Davis grootswingde en nu broedt op nieuwe talenten. In de ondergrondse St. Nick’s Pub worden we getrakteerd op een kruising tussen Jazz en West-Afrikaanse muziek. Het centrale figuur van de band kan zich sterallures permitteren; de originaliteit van zijn muziekinstrument - een Afrikaanse kruising tussen harp, gitaar en trom- verbiedt bij voorbaat alle kritiek. Het erg gemengd, jazzminnend publiek geniet met volle teugen.

Opnieuw de metro, tot vlak onder diezelfde groene rechthoek. Exit Theatre district. De buurt krioelt van de hotels; een paar blokken verder liggen het overbelichte Times Squares en Broadway met zijn wereldberoemde musicals.

Maar we bezoeken een andere specialiteit van het huis: de Carnegie Hall. Het is de ultieme droom van menig strijker of dirigent om hier het beste van zichzelf te komen geven. Ik ben een absolute newby op vlak van klassieke muziek, maar hoe die meneer Marriss Jansons van het Beiers Orkest die meneer Beethoven (Ludwig Von, voor de vrienden) kan doen herleven, daar krijgt zelfs de lekigste leek rillingen van. Het overwegend blanke, symfonieminnend publiek geniet met volle teugen.

De laatste stop op onze metrorit: Union Square. Niks Exit, we blijven in het metrostation. 's Ochtends en 's avonds stroomt een massa in koerstempo langs dit centraal verkeerspunt, er valt dan geen seconde te verliezen. Maar overdag of 's nachts kunnen artiesten hun kans wagen om met een paar muzieknootjes de aandacht van de reiziger te vatten en hen te boeien met hun muzikale talenten.

Zo ook Theo Eastwind (http://www.theoeastwind.com/), die hier een tiental jaar geleden kwam aanwaaien uit Eastenreich, met nul dollar en een oude gitaar. Sindsdien leeft hij van wat metrogangers hem gunnen voor zijn dagelijks optreden. En van de duizenden CD's die hij inmiddels verkocht en waarvan er op ons appartementje eentje helemaal grijs is gedraaid. In de metrogangen combineert hij Stingiaanse en Oasisachtige invloeden in zijn eigen composities. Het meest willekeurig, metrominnend publiek geniet. Al dan niet.