De metro tot boven de groene lange Central Park-rechthoek midden op de kaart van Manhattan. Exit Harlem. Tien jaar geleden zou ik die metro misschien niet genomen hebben, uit voorzorg. Nu maakt deze gekleurde buurt een enorme heropleving mee.
Specialiteit van het huis: de Jazz-scene, die ooit Miles Davis grootswingde en nu broedt op nieuwe talenten. In de ondergrondse St. Nick’s Pub worden we getrakteerd op een kruising tussen Jazz en West-Afrikaanse muziek. Het centrale figuur van de band kan zich sterallures permitteren; de originaliteit van zijn muziekinstrument - een Afrikaanse kruising tussen harp, gitaar en trom- verbiedt bij voorbaat alle kritiek. Het erg gemengd, jazzminnend publiek geniet met volle teugen.
Opnieuw de metro, tot vlak onder diezelfde groene rechthoek. Exit Theatre district. De buurt krioelt van de hotels; een paar blokken verder liggen het overbelichte Times Squares en Broadway met zijn wereldberoemde musicals.
Maar we bezoeken een andere specialiteit van het huis: de Carnegie Hall. Het is de ultieme droom van menig strijker of dirigent om hier het beste van zichzelf te komen geven. Ik ben een absolute newby op vlak van klassieke muziek, maar hoe die meneer Marriss Jansons van het Beiers Orkest die meneer Beethoven (Ludwig Von, voor de vrienden) kan doen herleven, daar krijgt zelfs de lekigste leek rillingen van. Het overwegend blanke, symfonieminnend publiek geniet met volle teugen.
De laatste stop op onze metrorit: Union Square. Niks Exit, we blijven in het metrostation. 's Ochtends en 's avonds stroomt een massa in koerstempo langs dit centraal verkeerspunt, er valt dan geen seconde te verliezen. Maar overdag of 's nachts kunnen artiesten hun kans wagen om met een paar muzieknootjes de aandacht van de reiziger te vatten en hen te boeien met hun muzikale talenten.
Zo ook Theo Eastwind (http://www.theoeastwind.com/), die hier een tiental jaar geleden kwam aanwaaien uit Eastenreich, met nul dollar en een oude gitaar. Sindsdien leeft hij van wat metrogangers hem gunnen voor zijn dagelijks optreden. En van de duizenden CD's die hij inmiddels verkocht en waarvan er op ons appartementje eentje helemaal grijs is gedraaid. In de metrogangen combineert hij Stingiaanse en Oasisachtige invloeden in zijn eigen composities. Het meest willekeurig, metrominnend publiek geniet. Al dan niet.
Specialiteit van het huis: de Jazz-scene, die ooit Miles Davis grootswingde en nu broedt op nieuwe talenten. In de ondergrondse St. Nick’s Pub worden we getrakteerd op een kruising tussen Jazz en West-Afrikaanse muziek. Het centrale figuur van de band kan zich sterallures permitteren; de originaliteit van zijn muziekinstrument - een Afrikaanse kruising tussen harp, gitaar en trom- verbiedt bij voorbaat alle kritiek. Het erg gemengd, jazzminnend publiek geniet met volle teugen.
Opnieuw de metro, tot vlak onder diezelfde groene rechthoek. Exit Theatre district. De buurt krioelt van de hotels; een paar blokken verder liggen het overbelichte Times Squares en Broadway met zijn wereldberoemde musicals.
Maar we bezoeken een andere specialiteit van het huis: de Carnegie Hall. Het is de ultieme droom van menig strijker of dirigent om hier het beste van zichzelf te komen geven. Ik ben een absolute newby op vlak van klassieke muziek, maar hoe die meneer Marriss Jansons van het Beiers Orkest die meneer Beethoven (Ludwig Von, voor de vrienden) kan doen herleven, daar krijgt zelfs de lekigste leek rillingen van. Het overwegend blanke, symfonieminnend publiek geniet met volle teugen.
De laatste stop op onze metrorit: Union Square. Niks Exit, we blijven in het metrostation. 's Ochtends en 's avonds stroomt een massa in koerstempo langs dit centraal verkeerspunt, er valt dan geen seconde te verliezen. Maar overdag of 's nachts kunnen artiesten hun kans wagen om met een paar muzieknootjes de aandacht van de reiziger te vatten en hen te boeien met hun muzikale talenten.
Zo ook Theo Eastwind (http://www.theoeastwind.com/), die hier een tiental jaar geleden kwam aanwaaien uit Eastenreich, met nul dollar en een oude gitaar. Sindsdien leeft hij van wat metrogangers hem gunnen voor zijn dagelijks optreden. En van de duizenden CD's die hij inmiddels verkocht en waarvan er op ons appartementje eentje helemaal grijs is gedraaid. In de metrogangen combineert hij Stingiaanse en Oasisachtige invloeden in zijn eigen composities. Het meest willekeurig, metrominnend publiek geniet. Al dan niet.
No comments:
Post a Comment